HISTORIE

HISTORIE

De naam Oploo komt van het Germaanse upa, dat hoger gelegen plaats betekent, en loo, dat op bos wijst.

Oploo vormde aan het einde van de 14e eeuw een eigen Heerlijkheid, met een eigen halsrecht en leenroering aan het land van Cuijk. Hierdoor was men uiteindelijk feitelijk gebonden aan het Land van Cuijk. In 1393 werd de heerlijkheid voor het eerst vermeld. Gerrit de Vette was de toenmalige heer. Vermoedelijk liet hij het eerste omgrachte kasteel bouwen, dat naderhand geleidelijk werd uitgebreid. Oploo behoorde tot het schepenbankgebied van Sambeek, maar kreeg na 1500 een eigen schepenbank die voor het eerst in 1560 vermeld werd. Vanaf de 16e eeuw tot 1750 was de heerlijkheid in bezit van het geslacht Van Steenhuijs.

Telgen van het geslacht Steenhuijs voerden in de 17e en 18e eeuw het bewind over deze heerlijkheid van een paar honderd inwoners. Bij tijd en wijle resideerden zij in het Oploose kasteeltje, in de 18e eeuw 'Het Jufferen' genaamd, dat zij als jachtkasteel gebruikte. Ze bezaten namelijk een groot jachtgebied ten zuiden van Oploo. Met name Godevaert en Ludolf van Steenhuijs waren tevens ambtsman van het Land van Cuijk voor de Prins van Oranje en Ludolf had een hoge militaire positie bij de Staten-Generaal van de Republiek der Nederlanden.

De laatste bewoners waren drie dames, namelijk Lucretia van der Noot, vrijvrouwe van Heumen en Oploo, en haar twee dochters Amelia en Genoveva waren de drie Juffers van Oploo, waaraan het kasteeltje de naam Het Juffere te danken heeft gehad. Lucretia, die protestant was, beijverde zich niettemin ook voor het welzijn van de katholieken. Ze zorgde ervoor dat Oploo een zelfstandige parochie werd, en ze schonk grond aan de katholieken voor de bouw van een schuurkerk en een school.

In 1778 werd de Heerlijkheid verkocht aan Stadhouder Willem V, die tevens Heer van Cuijck was. Deze toonde geen interesse in zijn nieuwe bezit, het kasteel kwam leeg te staan en werd uiteindelijk in 1800 gesloopt.

Nog herinneren de kasteelgracht en enkele straat- en huizennamen aan deze periode van zelfstandigheid. De contouren van het kasteeltje zijn door middel van hagen in het centrum van Oploo aangegeven. Drie vrouwenfiguren van keramiek beelden Lucretia, Genoveva en Amalia uit, de laatste bewoners van 'Het Jufferen'.

De executieplaats, waar het halsrecht door middel van de galg werd voltrokken, bevindt zich op het landgoed Groote Slink.

Oploo is een mooi en historisch Brabants dorp met een schitterende kern. Het dorp staat bekend om zijn beide molens. Oploo heeft namelijk zowel een water- als een windmolen die vlak bij elkaar gelegen zijn. Oploo ligt in het dal van de Oploose Molenbeek. Deze en andere beken stromen in oostelijke richting.

Aan de Oploose Molenbeek is "de Oude Heerlijkheid" gebouwd. Op de "Caart Figuratief" uit 1778 staat het pand aangeduid met een letter H. Het pand was vroeger een pachtboerderij behorende bij het kasteel 't Juffere. Via een akte uit 1778 wordt deze boerderij, genaamd "Bouwhof over de Beek" eigendom van prins Willem V van Oranje Nassau. De bouwhof bestaat uit een huis met getimmerte,

hof en ongeveer 9 kleine morgen bouwland en ook 9 kleine morgen weiland, alsmede een perceel land van ongeveer 2 kleine morgen, alles in gebruik zijnde bij een zekere Jan Poos.

In 1807 wordt Dhr. E. Temminck, commissaris de Domeinen, belast met de overdracht van het onroerend goed aan de Kroon. Op 9 november 1809 wordt, bij akte van overdracht, dit domeingoed, genaamd "Bouwhof de Beek", groot 6 morgen en 200 roeden, overgedragen aan Napoleon, keizer van Frankrijk waarbij Martin van Essen wordt genoemd als bewoner / pachter.

Op de kadasterkaart van 1832 staat het pand geregistreerd. Achter het pand stonden vroeger nog 2 huisjes achter elkaar. In 1912 is het pand, onder bezielende leiding van Martinus Centen, herbouwd.

1889-1923 Café Centen
1889-1923 Café Centen

Op 27 augustus 1930 is vergunning verleend aan Hendrik van Elferen voor de bouw van een zaal. Hij was toen café- en zaalhouder alsmede winkelier en kassier van de Boerenleenbank. De Boerenleenbank is later verplaatst naar de Vloetweg.

1935 Café van Elferen-Centen met veranda
1935 Café van Elferen-Centen met veranda

Tijdens de tweede wereldoorlog werd in 1940 het pand ernstig beschadigd, na wederopbouw kon het pand in 1941 weer dienst doen als cafébedrijf.

2e Wereld Oorlog mei 1940
2e Wereld Oorlog mei 1940

In 1957 komt het pand in eigendom van de familie Reijntjes. Door hen wordt tot 1976 een cafébedrijf, een zaal, een hotel en een winkelbedrijf geëxploiteerd. In 1976 wordt "De Oude Heerlijkheid" verhuurt aan brouwerij Heineken. Door deze bierbrouwerij wordt het pand daarna aan diverse ondernemers verhuurt, de laatste huurder is Marc Crooijmans.

Winkel - Hotel - Café met zaal 1957 - 1976
Winkel - Hotel - Café met zaal 1957 - 1976
De Oude Heerlijkheid in april 1976 met rechts de houten frietkraam
De Oude Heerlijkheid in april 1976 met rechts de houten frietkraam

Het pand werd op 22 februari 1991 door een uitslaande brand getroffen. Vooral de zaal werd verwoest.

Maatschappelijk worden gemeenschapshuizen gezien als een belangrijke ontmoetingsplaats in een leefgemeenschap. Daarom werd in 1999 door het toenmalige college van Burgemeester en Wethouders besloten dat in het centrum van Oploo een gemeenschapshuis moest komen.

maquette van het nieuwe Gemeenschapshuis
maquette van het nieuwe Gemeenschapshuis

Gedacht werd aan de plaats waar vroeger het zaal/cafébedrijf was gevestigd dat door de brand in 1991 verwoest was. Nadat het pand een aantal jaren leeg heeft gestaan is het pand toen verkocht aan de gemeente. Daarna wordt het herbouwt en wordt het gemeenschapshuis "De Oude Heerlijkheid" officieel op 18 oktober 2002 geopend.

Het gedeelte van het horecabedrijf dat behouden is gebleven is architectonisch goed ingepast in het nieuwe gemeenschapshuis.

Oktober 2002, herbouw “De Oude Heerlijkheid” gereed.
Oktober 2002, herbouw “De Oude Heerlijkheid” gereed.

Enkele jaren nadat het gemeenschapshuis in gebruik was is in het oude gedeelte een PIN-automaat geplaatst t.b.v. de Rabo-bank. Ook is het gemeenschapshuis, vanwege plaatsgebrek uitgebreid met een multifunctionele ruimte. Deze ruimte beschikt over extra voorzieningen zoals een zeer hoge geluidisolatie waardoor geen geluid van binnen naar buiten wordt uitgestraald. Deze uitbreiding heeft aan de achterzijde plaats gevonden. Vanwege het grote maatschappelijke belang voor het dorp Oploo is door Leader, in het kader van Europese plattelandsontwikkeling, een bijdrage verstrekt voor deze uitbreiding van het gemeenschapshuis. Verder is de uitbreiding gerealiseerd met bijdragen van o.a. de gemeente Sint Anthonis, het Oranjefonds en het Fonds Wiggers van Kerchem.

1753 – 1779  fam. Poos-Willems
1779 – 1791  onbekend
1791 – 1808 fam. Essen-Huijsmans
1808 – 1810 fam. Essen-van Deijnen
1810 – 1828  fam. Van Wanroij-Lemmens
1828 – 1857 kinderen van Wanroij
1857 – 1889 fam. Centen-Broeks
1889 – 1923 fam. Centen-Bardoel
1923 – 1957 fam. Van Elferen-Centen
1957 – 1976 fam. Reijntjes-Minten
1976 – 1978  fam. Krebbers-v.d. Boogaard
1978 – 1986 fam. Verbeten – Opsteen
1986 – 1991 Marc Crooijmans
1991 – 2002 leegstand na brand
2002 – heden gemeenschapshuis "De Oude Heerlijkheid"
Gemeenschapshuis De Oude Heerlijkheid Anno 2012
Gemeenschapshuis De Oude Heerlijkheid Anno 2012